De “kleine” vennootschap: fiscaal en boekhoudkundig doorgelicht.
Categorie archief: Geen categorie
BTW: Plaats van de dienst voor elektronische diensten, aan niet btw-belastingplichtigen
BTW: Plaats van de dienst voor elektronische diensten, aan niet btw-belastingplichtigen – MOSS–1 januari 2015
http://financien.belgium.be/nl/binaries/electronic-services-en_tcm306-256152.pdf ( English version)
U bent binnen de Europese Unie gevestigd en u levert elektronische diensten, telecommunicatiediensten aan consumenten:
• in andere lidstaten van de Europese Unie
• deze consumenten zijn:
◦ ofwel niet btw-belastingplichtig particulieren
◦ ofwel niet btw-belastingplichtige en niet voor de btw geïdentificeerde rechtspersonen (bijvoorbeeld publieke organismen, gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, …)?
Dan veranderen vanaf 1 januari 2015 voor u de btw-regels inzake plaatsbepaling op dit vlak ingrijpend.
Belgische ondernemingen in deze situatie zullen via de mini eenlocket systeem – Mini One Stop Shop (MOSS) hun formaliteiten kunnen vervullen.
Wat verandert er?
Momenteel bent u als zakelijk dienstverlener btw verschuldigd in het land waar u gevestigd bent.
Vanaf 1 januari 2015 geldt echter het land van de afnemer als plaats voor btw-plicht.
Voor wie verandert er iets?
Voorbeelden van zakelijk dienstverleners waarvoor deze wijzigingen gevolgen hebben:
• aanbieders van elektronische diensten, zoals softwaredownloads, cloud computing en contentdiensten
• aanbieders van telecommunicatiediensten, zoals telefoon en sms
1. Welke diensten?
Elektronische diensten: diensten die over het internet of een elektronisch netwerk worden verleend, wegens hun aard grotendeels geautomatiseerd zijn en slechts in geringe mate menselijk ingrijpen vergen, en zonder informatietechnologie niet kunnen worden verricht. Worden bijvoorbeeld bedoeld: online-verkeersinformatie en –weerberichten, abonnering op onlinedagbladen en –tijdschriften, onlinegegevensopslag, toegang tot of downloaden van software, gebruik van zoekmachines, onlinespelen, …
Telecommunicatiediensten: diensten die betrekking hebben op de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, tekst, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard, via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische systemen, daaronder begrepen de overdracht en het verlenen van het recht om gebruik te maken van capaciteit voor een dergelijke transmissie, uitzending of ontvangst. Worden onder andere bedoeld: diensten m.b.t. telefonie, toegang tot internet, voicemail, …
2. Hoe veranderen de plaatsbepalingsregels?
Tot en met 31 december 2014:
• indien de verrichter en afnemer van de diensten zijn gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie: de plaats van de dienst is de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd
• indien de verrichter gevestigd is in de Europese Unie en de afnemer van de dienst buiten de Europese Unie gevestigd is: de plaats van de dienst is de plaats waar de afnemer van de dienst is gevestigd
• indien de verrichter gevestigd is buiten de Europese Unie en de afnemer gevestigd is in de Europese Unie: de plaats van de dienst is de plaats waar de afnemer van de dienst is gevestigd (het systeem van mini loket (VOES – Vat on e-services) bestaat reeds voor wat elektronische diensten betreft)
3.
Vanaf 1 januari 2015:
De plaats van elektronische diensten,
telecommunicatiediensten en radio- en televisieomroepdiensten verstrekt aan niet btw-belastingplichtigen zal de plaats zijn waar de afnemer van de dienst gevestigd is ongeacht de plaats van vestiging van de verrichter.
Voorbeeld: Een Belgische onderneming verstrekt aan een in Duitsland gevestigde particuliere klant een elektronische dienst in de vorm van het downloaden van een formulier. Tot en met 31 december 2014, is deze handeling onderworpen aan Belgische btw. Vanaf 1 januari 2015, zal deze handeling onderworpen zijn aan Duitse btw.
Opgelet:
U moet kiezen voor één van de volgende mogelijkheden:
OFWEL registratie in MOSS België en aangifte in België van alle belastbare handelingen in andere lidstaten waar u niet gevestigd bent. De belastbare handelingen die u in België verricht, geeft u aan via uw gewone btw-aangifte (Intervat).
OFWEL registratie als btw-plichtige in elke lidstaat waar een afnemer gevestigd is
4. Wanneer?
Sinds 1 juni 2014: toegang voor de btw-plichtigen tot de testomgeving (acceptance) van de MOSS registratie- en aangiftemodule in het Intervat portaal
1 oktober 2014: officiële opening van de MOSS registratiemodule – mogelijkheid tot registratie
1 januari 2015: de wetswijzing wordt van kracht
1 april 2015: eerste indiening van de aangiften en eerste betalingen voor het eerste kwartaal van 2015 (uiterste indieningsdatum 20 april 2015)
5. Welke voordelen biedt MOSS?
De MOSS regeling is een administratieve vereenvoudiging voor u. U vermijdt zo in elke lidstaat waar u de vermelde handelingen heeft verricht, te moeten registreren en aangiften te moeten indienen.
Dat betekent dat:
• u zich één maal registreert in de regeling en
• u maar één enkele aangifte en betaling per kwartaal moet doen over het geheel van de uitgevoerde handelingen voor alle lidstaten waar u niet gevestigd bent.
Per kwartaal krijgt u van de administratie een rekeninguittreksel voor elke verandering van uw situatie (ontvangst van een betaling, herinnering voor niet-indiening, verzending van betalingen aan de lidstaten …) Met die rekeninguittreksels zal u op elk moment uw stand van zaken en de uit te voeren acties kennen.
6. Hoe moet de Belgische onderneming de buitenlandse btw op deze diensten aangeven?
Vanaf 1 januari 2015 moet de Belgische onderneming in principe in elke lidstaat waar ze de diensten verricht een btw-aangifte per lidstaat indienen en er de verschuldigde btw betalen. Om te voorkomen dat u zich in elk EU-land waar u uw diensten aanbiedt, moet registreren voor btw-doeleinden, wordt het onder bepaalde omstandigheden mogelijk al uw btw-verplichtingen te voldoen vanuit uw eigen lidstaat via MOSS.
.
Via MOSS kan de Belgische onderneming alle formaliteiten voor alle verrichte diensten in één keer en alleen in België voldoen:
de registratie in het systeem gebeurt in België op elektronische wijze (lidstaat van vestiging)
• één enkele elektronische aangifte die per lidstaat het gerealiseerde omzetcijfer en de verschuldigde btw omvat wordt trimestrieel in België ingediend
• één enkele betaling die het totaal van de verschuldigde btw in de verschillende betrokken lidstaten omvat met een verwijzing naar de betrokken aangifte wordt in België verricht. De bedragen worden vervolgens door de Belgische fiscale administratie overgemaakt aan de fiscale administraties van de andere betrokken lidstaten.
In de andere lidstaten van de Europese Unie zal een vergelijkbaar systeem in werking treden.
7. Voor welke gevallen geldt MOSS niet?
U kunt MOSS niet gebruiken voor de diensten die u verricht:
• aan afnemers die gevestigd zijn buiten de Europese Unie (na 1 januari 2015 blijft de plaats van de dienst het land waar de afnemer gevestigd is)
• aan Belgische afnemers (op te nemen in uw gewone periodieke btw-aangifte)
• in lidstaten waar u beschikt over een vaste inrichting
8. Wat als ik deze diensten verricht aan professionele afnemers die btw-plichtig zijn?
Als u deze diensten verricht aan btw-plichtige afnemers binnen de Europese Unie, dan is de plaats van de handeling ook na 1 januari 2015 nog altijd de lidstaat waar de afnemer gevestigd is. De btw moet dus ook in die lidstaat voldaan worden.
Als u deze diensten verricht aan professionele afnemers buiten de Europese Unie, dan is ook na 1 januari 2015 de plaats van de handeling het land waar de afnemer gevestigd is.
Info: Voor algemene vragen: Contactcenter van de FOD Financiën:
http://financien.belgium.be/nl/Contact/
Voor specifieke vragen over MOSS: moss@minfin.fed.be
FISCUS: QUID? BIJ FOUT IN BELASTINGSAANGIFTE
De federale ombudsdienst poneert in zijn jaarverslag dat de fiscus te streng is als men na versturen aangifte nog een foutje wil rechtzetten. Het kan dan nl. alleen nog voor een materiële vergissing. Hoe moet U dat als ondernemer bekijken?
Een van de conclusies van de ombudsdienst was dat de fiscus te streng is wanneer een belastingplichtige een foutje gemaakt heeft in zijn aangifte en dat pas na bv. twee jaar vaststelt. Op dat moment kan men nl. alleen nog zgn. materiële vergissingen rechtzetten…
In theorie heeft men vijf jaar de tijd
Gebeurde er bij het invullen van uw aangifte een vergissing in uw nadeel, dan heeft u in principe vijf jaar de tijd om dit te melden aan de fiscus en die fout te laten rechtzetten. Normaal gezien zou vijf jaar ook moeten volstaan. Het probleem is echter dat de fiscus (en ook de rechtspraak) zo’n ‘ambtshalve ontheffing’ enkel aanvaardt voor een ‘materiële vergissing’ en dit begrip dan ook strikt toegepast.
Men gaat er vanuit dat het moet gaan om een schrijf- of rekenfout, zoals het verkeerd optellen van twee bedragen, het verkeerd overschrijven van een bedrag, enz. Daarentegen komt een verkeerde toepassing van de wet (bv. een te grote beperking van de autokosten), het niet invullen van een code in de aangifte (bv. van een bepaalde vrijstelling of belastingvermindering) of het vergeten boeken van kosten niet in aanmerking voor een ambtshalve ontheffing. Als dergelijke fouten te laat vastgesteld worden, is het vaak onherroepelijk te laat om ze nog recht te zetten. Men weze dus gewaarschuwd.
Eigenlijk heeft men maar zes maanden de tijd
Om het even welk ‘soort’ fout kan in principe nog rechtgezet worden binnen de zgn. bezwaartermijn. Die loopt tot uiterlijk zes maanden nadat de fiscus het aanslagbiljet opgestuurd heeft. Zo’n bezwaarschrift verstuurt u/uw boekhouder het best via een aangetekende brief en dit ter attentie van de bevoegde directeur (die vermeld wordt op uw aanslagbiljet).
Gezien het feit dat de ambtshalve ontheffing zo’n beperkt ‘toepassingsgebied’ heeft, is het zeker van belang om voldoende snel te reageren wanneer u een vergissing van u (of van de fiscus!) zou vaststellen. Zodra men de aanslag ontvangt, is het nuttig dat men (en/of uw boekhouder) binnen de drie maanden een controle uitoefent, zodat er nog tijd rest om indien nodig in bezwaar te gaan.
De bezwaartermijn is een ‘vervaltermijn’. Zelfs als u slechts één dag te laat bent, is uw bezwaar onontvankelijk, waardoor ook een procedure voor de rechtbank niet meer mogelijk is.
Soms kan het op informele wijze
Men moet dan snel de controleur verwittigen. Voor duidelijke vergissingen waarover geen discussie bestaat, is het zelfs niet nodig om bezwaar in te dienen. Dit kan bv. het geval zijn als men vergat om de toepassing van het verlaagd tarief aan te vragen voor uw bvba of als men vergeten bent om het bedrag van uw sociale bijdragen in te vullen. In dat geval volstaat het om de controleur te contacteren met de vraag om de vergissing recht te zetten. Als men dit snel meldt aan de controleur en zijn aangifte nog niet verwerkt is, krijgt men meteen een correct aanslagbiljet waarin de vergissing rechtgezet werd. Is het daarvoor al te laat, dan krijgt men een verbeterd aanslagbiljet waarop de te veel ingekohierde belasting teruggegeven wordt.
Alleen pure reken- of schrijffouten komen in aanmerking voor een zgn. ambtshalve ontheffing, maar bv. niet het vergeten in te vullen van een code. Het is dus aan te raden om het aanslagbiljet te controleren binnen de zgn. bezwaartermijn van zes maanden en tijdig te reageren als u een vergissing vaststelt !!!!
E-invoicing new VAT circular/ E-facturatie nieuwe BTW circulaire
The Belgian VAT authorities have published a new circular letter on e-invoicing (Circular Letter 14/2014 of April 4, 2014). This circular letter starts with an overview of the historical background of the Belgian VAT legislation. Subsequently, the circular letter provides comments regarding the conditions of e-invoicing and guidelines regarding the implementation of an e-invoicing and/or archiving solution.
———————————–
De circulaire (AAFisc Nr. 14/2014 dd. 04.04.2014) verduidelijkt de aangepaste Belgische wetgeving die er gekomen is door de implementatie van de Europese Richtlijn 2010/45/EU in verband met elektronische facturering. Deze circulaire vervangt alle eerdere communicatie van de administratie met betrekking tot elektronische facturering en treedt (retroactief) in werking op 1 januari 2013.
———————————–
(DUTCH VERSION BELOW)
As a reminder, the authorities refer to the basic conditions of e-invoicing. In first instance, e-invoicing should be accepted as a principle and from an operational viewpoint by the recipient of the invoice. Secondly, the authenticity of origin, the integrity of content and the readability of the invoice should be guaranteed as from the issuance of the invoice throughout the complete legal archiving period of 7 years (15 years when related to immovable property).
In particular for the first condition, the authorities emphasize that non-compliance can jeopardize the right to deduct input VAT, e.g. if acceptance of e-invoicing cannot be proven. The authorities therefore recommend drafting a specific agreement on e-invoicing or integrating a provision on e-invoicing into a written agreement.
Although there are no conditions regarding the methodology to be used by the taxpayer to ensure the requirement of authenticity of origin, the integrity of content and the readability, the following methodologies are commented upon by the authorities in the circular letter:
– a qualified electronic signature
– an advanced electronic signature
– Electronic Data Interchange (EDI)
– alternative technologies
– any business control that demonstrates a reliable audit trail
With regard to the last methodology (“any business control that demonstrates a reliable audit trail”), the VAT authorities provide some further details and recommendations. The circular letter indicates that an audit trail and business controls are in fact embedded in the company processes. Hereby a distinction is made between the sales processes and the purchases processes (e.g. procure-to-pay). Although the circular letter provides some recommendations, for further details they refer to the workshops of the CEN (European Committee for Standardization).
The type of business control is to be chosen in the light of the business activity, the extent of the activities, the type of suppliers and customers, etc. The VAT authorities refer, amongst others, to the framework created by COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) in view of setting up a business control framework. According to the COSO framework the internal business control consists of five components, being the control environment, risk assessment, control measures, information and communication, and the monitoring of the process. Those five components would ensure that an organization is managed in an intelligent way.
The choice of the most appropriate business control framework should be supported with a thorough cost benefit analysis, which focuses on the internal administrative-organizational processes, the impact on other business aspects, the needs of co-contractors and the technical solutions.
Furthermore, the taxpayer can opt for an independent advice of an external auditor. This opinion of the external auditor/advisor will serve as additional evidence. In this respect different types of evaluations and certifications are possible.
Note that the VAT authorities will not provide confirmation that a certain business control framework provides all the necessary guarantees with regard to the authenticity, integrity and readability of invoices. It is the responsibility of the taxpayer to determine whether sufficient documentation is available.
INFO:
http://www.efactuur.belgium.be/voordelen-onderneming
NEDERLANDS
Elektronische facturering wordt verduidelijkt
De administratie bevestigt dat:
een elektronische factuur aan dezelfde regels onderworpen is als een papieren factuur;
er sprake is van een elektronische factuur wanneer zij zowel ontvangen als verstrekt wordt in een elektronisch formaat (het soort formaat mag vrij worden bepaald: XML, Word, PDF…).
Daarnaast zijn er voor elektronische facturen twee bijkomende voorwaarden.
De eerste voorwaarde vereist de aanvaarding van de elektronische facturen door de afnemer. Deze aanvaarding kan stilzwijgend zijn (bv. de betaling van een elektronische factuur zonder protest). De administratie geeft echter duidelijk de voorkeur aan een schriftelijke overeenkomst omwille van de bewijskracht en de mogelijkheid om modaliteiten op voorhand vast te leggen.
De tweede voorwaarde verplicht de belastingplichtige om de authenticiteit van herkomst, de integriteit van inhoud en de leesbaarheid van de elektronische factuur te garanderen. Dit leidt tot een drievoudig bewijs:
bewijs dat de leverancier op de factuur ook daadwerkelijk de transactie heeft verricht (authenticiteit);
bewijs dat de inhoud van een factuur na de verzending niet meer gewijzigd kan worden (integriteit);
alle gegevens van de factuur moeten duidelijk leesbaar zijn zonder veel onderzoek of interpretatie en dit gedurende de hele bewaringstermijn (leesbaarheid).
Nieuw is dat de belastingplichtige volledig vrij is om te bepalen hoe bovenstaande vereisten in de praktijk worden gewaarborgd.
De circulaire besteedt veel aandacht aan het belang van bedrijfscontroles die een betrouwbaar controlespoor nalaten. Een bedrijfscontrole is elk proces opgezet met als doel betrouwbare financiële, boekhoudkundige en reglementaire verslaggeving te genereren. Hierbij wordt een factuur niet langer als een geïsoleerd element beschouwd, maar als onderdeel van de transactieketen. Voorbeelden van dergelijke bedrijfscontroles zijn matching (vergelijkende controle van bv. bestelbon, vervoerdocumenten en factuur) en IT-controles. De keuze van bedrijfscontroles is aan de belastingplichtige, maar moet wel aansluiten bij de omvang, activiteit… van de onderneming. Uit de circulaire blijkt dat controlesporen elementair zijn in de bewijsvoering van de authenticiteit en integriteit van een factuur.
Onduidelijkheid
Waar vroeger vast stond dat de toepassing van EDI en de (geavanceerde) elektronische handtekening voldoende waren om de authenticiteit en integriteit van een factuur te verzekeren, is dit niet langer het geval. Deze technische middelen blijven bewijskrachtig, maar moeten worden aangevuld met bewijs afkomstig van (interne) bedrijfscontroles. Elke belastingplichtige moet nu zelf oordelen of zijn mix van technische middelen en (interne) bedrijfscontroles voldoende bewijs oplevert. Een mogelijk aanvullend bewijsstuk dat erkend wordt door de administratie is een auditcertificaat, waarbij een externe auditor de doeltreffendheid van de bedrijfscontroles evalueert.
Bovendien heeft de administratie bevestigd dat zij geen (voorafgaande) uitspraken (meer) zal doen over de geschiktheid van welbepaalde processen of softwaretoepassingen om de authenticiteit, integriteit en leesbaarheid van facturen te waarborgen.
Commission for Privacy protection published draft- recommendation on Cookies
On April 24, 2014, the Belgian Data Protection Authority or the Commission for Privacy protection has published a Draft Recommendation regarding (*) usage, inviting all stakeholders to provide their input on the text.
In French 😦http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/Projet_de_recommandation_cookies.pdf )
In Dutch: (http://www.privacycommission.be/sites/privacycommission/files/documents/Ontwerp_aanbeveling_cookies.pdf )
Purpose
The so called Draft Recommendation explains the Belgian legal framework for the use of cookies and similar technologies, examining in detail the different purposes for which cookies and similar technologies may be used (e.g., authentication, storage of preferences) and explaining the steps to be taken to ensure compliance for each type of cookie use.
In particular, the Draft Recommendation explains how to comply with the new obligation to obtain prior consent before placing or accessing cookies and similar technologies on users’ devices, as provided by Article 129 of the Belgian Electronic Communications Act (which transposes Article 5.3 of the revised e-Privacy Directive 2002/58/EC).(https://www.huntonprivacyblog.com/files/2013/12/02002L0058-20091219-en.pdf)
Need of consent
Consent is not required if the cookie or similar technology is used for the sole purpose of carrying out the transmission of a communication over an electronic communications network, or if it is strictly necessary for the provision of a service requested by the user. The Draft Recommendation provides examples of cookies that fall under these exceptions (e.g., “shopping basket” cookies, authentication cookies).
According to the Draft Recommendation, to obtain valid consent to use cookies and similar technologies, users must have the opportunity to accept only certain cookies and refuse others, and be able to change their choices later on. Valid consent requires an affirmative action by the user. In addition, prior to providing consent, users must have a chance to review a cookie policy that details the different categories of cookies and their purposes, the categories of information stored, the retention period, how to delete cookies, and any disclosures of information to third parties. The Draft Recommendation provides useful examples of such cookie policies.
Reactions or comments to the Commission for Privacy protection
Comments on the Draft Recommendation may be sent to the Privacy Commission by mail ( Drukpersstraat 35/rue de la Presse, 35 – 1000 Brussels) or by email (commission@privacycommission.be). The public consultation will be closed on July 31, 2014, after which the Privacy Commission will publish the final version of the Recommendation.
(*)Cookies are small files placed on a subscriber’s or user’s computer which allow information about the user to be gathered. Cookies are typically used by e-commerce websites in order, for example, to remember certain user settings, such as language, or make the website more user-friendly (e.g. the content of a shopping cart will remain available when the user leaves the webpage).
Cookies can also be used for a variety of other purposes, such as monitoring the user’s internet behaviour in order to send targeted advertisements (so-called behavioural advertising) or for analytical purposes (e.g., analysis of the most visited pages on a website, the success of an advertising campaign, etc.).
Door de herschikking van de gerechtelijke arrondissementen in België moet elke zelfstandige en KMO zijn algemene voorwaarden lichtjes aanpassen
Door de herschikking van de gerechtelijke arrondissementen in België moet elke zelfstandige en KMO zijn algemene voorwaarden lichtjes aanpassen
Sinds 1 april jongstleden verdwenen de kleinere arrondissementen zoals bijvoorbeeld Turnhout en werden vervangen of opgeslorpt door grotere ( meestal samenvallend met de provincies) arrondissementen. Dit belangt ook elke ondernemer aan want in de algemene voorwaarden/bestelbonnen/offertes wordt er meestal op het einde verwezen naar de bevoegde rechtbank.
Dit zijn de nieuwe gerechtelijke arrondissementen (tussen haakjes , schuingedrukt, geven we telkens de vroegere arrondissementen):
- West-Vlaanderen (Brugge, Kortrijk, Veurne en Ieper);
- Oost-Vlaanderen (Gent, Dendermonde en Oudenaarde);
- Antwerpen (Antwerpen, Turnhout en Mechelen);
- Limburg (Hasselt en Tongeren);
- Leuven;
- Brussel;
- Waals-Brabant (Nijvel);
- Eupen;
- Luik (Luik, Verviers en Hoei);
- Namen (Namen en Dinant);
- Luxemburg (Marche, Neufchateau en Aarlen);
- Henegouwen (Bergen, Doornik en Charleroi).
Voor u als zelfstandige zal dit meestal weinig van belang zijn, maar u dient toch uw algemene voorwaarden op uw factuur/bestelbonnen/offertes hieraan aan te passen. Vermeld het nieuwe arrondissement waaronder u ressorteert met de afdeling (het oude arrondissement).
Voorbeeld: Vroeger: “de rechtbanken van het arrondissement Turnhout“, wordt: “de rechtbanken van het arrondissement Antwerpen, afdeling Turnhout“.
Als een bedrijf-ondernemer dit niet doet, loopt deze het risico dat zijn klant bij wanbetaling moet dagvaarden voor zijn bevoegde rechtbank, met alle praktische en juridische gevolgen van dien.
NIEUWE SPELREGELS VOOR E-COMMERCE VANAF JUNI 2014
REGELGEVING E-COMMERCE WORDT ER NIET EENVOUDIGER OP
(English summery below Dutch text)
1. SITUATIE VOOR E-SHOP VANDAAG : INLEIDING
Neem de situatie waarbij een handelaar zijn producten verkoopt via een website. Dan moet hij voor zijn plichten niet enkel de Wet op de Marktpraktijken, nu opgenomen in boek VI van de nieuwe economische CODEX, nakijken, maar ook de Wet Elektronische Handel, zie ook boek XII van de CODEX. Daarnaast bestaan er voor de buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, naast de Wet op de marktpraktijken, ook de Wet en het KB Ambulante Handel. Kortom, een hele waaier aan verschillende regelgeving. Dit is logischerwijs niet bevorderlijk voor de rechtszekerheid. Ook de consument wordt geconfronteerd met een aantal moeilijkheden. Zo zal deze consument voor de overeenkomsten op afstand beschikken over een termijn van veertien dagen om terug te komen op zijn beslissing, terwijl deze herroepingstermijn voor de buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten dan weer zeven dagen bedraagt. Om te herroepen zal hij bij de eerste soort overeenkomst kunnen volstaan met een telefoontje, terwijl hij bij de buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten een ter post aangetekende brief zal moeten versturen. Dit alles maakt het voor de consument, als niet-jurist, niet eenvoudig.
Recent verschenen in het Belgisch Staatsblad verschillende nieuwe wetten houdende invoeging van verschillende nieuwe onderdelen in het Wetboek van economisch recht. Hoewel de Koning van al deze wetten nog de datum van inwerkingtreding moet bepalen, krijgt het wetboek van economisch recht dus steeds meer vorm. Naar aanleiding hiervan volgt een overzicht en een stand van zaken van dit in aanbouw zijnde wetboek meer specifiek de regels die de E-Commerce aanbelangen.
2. E-COMMERCE ZIT IN DE LIFT
De Belgische e-commerce is zijn achterstand op de buurlanden aan het inhalen. De omzet steeg in 2013 tot 1,91 miljard euro, een groei met een kwart en goed voor een nieuw record. 2013 brak zo alle records voor de Belgische e-commerce dankzij een omzetgroei met 25,66% ten opzichte van 2012, goed voor een totaal van 1,91 miljard euro. Ook 2014 ziet er veelbelovend uit: BeCommerce schat de omzet voor dit jaar op 2 miljard euro.
Wat de marktpraktijken en de bescherming van de consument betreft verloopt het opstellen van een Wetboek van Economisch Recht simultaan met de omzetting van Richtlijn 2011/83/EU.(°)
(°)De richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten vervangt twee bestaande EU-richtlijnen, met name (i) de richtlijn 85/577/EEG betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten en (ii) richtlijn 97/7/EG betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten.
3. NIEUWE PRINCIPES: INFORMATIE-VERPLICHTINGEN & HERROEPINGSRECHT
INFORMATIEPLICHT ( art. VI. 45 W.E.R. en art. 7 W.E.H.)—( art.VI.47 & VI.48 wet economisch recht & wet elektronische handel) : een KB zal de uitvoering bepalen vanaf juni 2014.
Er komen een aantal nieuwe informatieverplichtingen bij voor de online-verkoper. Er dient op de website duidelijkheid te bestaan over :
-de gegevens van de verkoper en zijn bedrijfsvestiging( maatschap-pelijke zetel en bedrijfsvestiging), prijsaanduiding ( totale prijs incl. kosten), leveringskosten & betalingskosten, duidelijkheid over stap-pen in bestelproces, herroepingsrecht( zie verder), retourzendingen, duur overeenkomst, karakteristieken van het product, wijze en voorwaarden van levering, bestaan van wettelijke garantie, bestaan en werking van klachtenprocedure en bestaan van beroeps – of sectorcodes
-Voorafgaand aan de bestellingbevestiging—(cfr. Algemene voorwaarden) is er de verplichting bij AANVANG van het bestelproces om te informeren over:
– De aanvaarde betaalmiddelen ( moet duidelijk zijn)
– de aangeboden leveringsmethode
– de beperkingen in levering ( vb. enkel in Benelux)
– de beperkingen aan aanbod ( vb. Beperkt in tijd,…)
Bij de ORDERBEVESTIGING MOET MEN INFORMEREN OVER:
– alle info ( inclusief herroepingsrecht) nog eens opnieuw op duurzame drager en ten laatste bij levering ter beschikking stellen ( e-mail, Pdf, word,..)
– bij de bevestigingsknop moet vermeld worden dat er betaald moet worden vb. “bestelling met betalingsverplichting” of “ naar de kassa” of “betalen” zo niet is consument niet gebonden
– LEVERINGSTERMIJN normaal 30 dagen tenzij anders overeengekomen
– Te laat leveren is ontbinden zonder kosten ( als levering nog niet is begonnen)
– Risico ligt bij verkoper ook voor retourzending ( aangetekende zending eisen)
Omdat de consument bij zulke overeenkomst het product niet kan zien voor de sluiting van de overeenkomst is een zogenaamd herroepingsrecht noodzakelijk. Het herroepingsrecht houdt, conform de Richtlijn, in dat de consument bij het sluiten van een overeenkomst op afstand over een termijn van ten minste 7 werkdagen beschikt om af te zien van de overeenkomst, zonder boete en zonder opgave van een reden. In België is de Richtlijn omgezet in de wet marktpraktijken en consumentenbescherming van 6 april 2010, en is de termijn voor de uitoefening van het herroepingsrecht zelfs vastgelegd op 14 dagen. De bewijslast hieromtrent wordt door de Richtlijn en de wet bij de leverancier /verkoper gelegd.
De Richtlijn bepaalt in artikel 4 dat de consument alle informatie noodzakelijk voor de goede uitvoering van de overeenkomst op voorhand moet krijgen van de leverancier. Artikel 5 voegt hieraan toe dat de consument uiterlijk bij de levering, schriftelijk een bevestiging moet krijgen van onder andere het herroepingsrecht.
CONCREET :
NIET TEVREDEN GELD TERUG- BEDENKKTIJD-RETOUR
– 14 dagen bedenktijd
– volledige terugbetaling inclusief kosten ( binnen 30 dagen)
– MODELINSTRUCTIE-herroepingsformulier in de wet ( bijlage) vervangt tekst in VET gedrukt !!! = infoplicht ( sanctie is de verlenging tot 12 maanden + 14 dagen van het herroepingsrecht)
– Standaard retourformulier (1)
Men dient dus voorafgaandelijk een invulformulier voor herroeping over te maken aan de klant. Dit retourdocument maakt het de klant gemakkelijk en duidelijk om zijn herroepingsrecht uitte oefenen. De terugbetaling online zal via hetzelfde betaalmiddel moeten gebeuren als deze door de klant/consument gebruikt !! ( tenzij de consument expliciet me ander betaalmiddel instemt) Ook de kosten van verzending bij herroeping moeten door de verkoper gedragen worden. De klant moet wel eerst het product terugsturen aan de verkoper alvorens deze moet terugbetalen.
4. OOK IN DE ANDERE LIDSTATEN WIJZIGT DE WET
Inmiddels wijzigde de wetgeving ook in onze buurlanden. De wijzigingen aan de Belgische Wet Marktpraktijken (vanaf nu Boek VI van het Wetboek Economisch Recht) zijn immers een omzetting van de Europese Richtlijn 2011/83/EU ‘Consumentenrechten bij verkoop op afstand’ en de inhoud daarvan moet in alle lidstaten omgezet worden in een nationale (of regionale) wet. Veel vrijheid hebben de lidstaten daarbij niet. Europa legt immers de minimale regels op en de lidstaten moeten die overnemen. Slechts over de punten en de komma’s hebben de nationale regeringen wel nog controle.
Men houdt dus best rekening met de verschillen als u ook over de grenzen verkoopt. Buitenlandse klanten zullen immers in vele gevallen beroep kunnen doen op hun lokale consumentenbescherming als er iets fout loopt !!!
Frankrijk
Bij onze zuiderburen werd recentelijk een grootschalige herziening van de consumentenbescherming afgekondigd. De nieuwe “Wet Hamon” (vernoemd naar de Franse minister voor sociale economie, solidariteit en consumptie) bevat een hele reeks hervormingen die niet volgen uit de richtlijn verkoop op afstand, maar die wel een impact kunnen hebben voor online verkopers en bevat daarnaast natuurlijk ook de omzetting van de al genoemde richtlijn.
Wat de omzetting van de richtlijn betreft, houdt Frankrijk zich vrij strikt aan de tekst van de richtlijn. We zien weinig verschillen met de regeling die vanaf 31 mei ook in België ingaat:
Er zijn bijkomende informatieplichten voorafgaand aan de bestelling, waarvan sommige bij aanvang van het bestelproces meegegeven moeten worden (bedenktermijn, wettelijke garantie, aanvaarde betaalmiddelen).
Bij het eind van het bestelproces moet de consument erop gewezen worden dat hij een betalingsverplichting aangaat (middels de standaardtekst “achat avec obligation de paiement” in de bestelbutton of op een evenwaardige wijze).
Kosten voor online betaling mogen de werkelijke kost voor de verkoper niet meer overschrijden.
De bedenktermijn voor online aankopen wordt nu ook in Frankrijk op 14 dagen gebracht. Tot nu toe was deze slechts 7 dagen, net als in een aantal andere Europese lidstaten.
Ook in Frankrijk worden de modelformulieren voor informatie aan de consument over de bedenktermijn en voor het uitoefenen van het retourrecht ingevoerd.
Waar zitten dan wel verschillen? Er zijn 2 grote verschillen gevonden:
De terugbetaling van geretourneerde bestellingen moet binnen 14 dagen gebeuren in plaats van binnen 30 dagen zoals in België.
In de lijst met uitzonderingen op het retourrecht zien we in de Franse wet geen melding van kansspelen en van financiële diensten, twee types diensten waarvoor bij ons expliciet voorzien is dat u geen 14 dagen bedenktermijn moet geven.
Los van de wijzigingen op basis van de richtlijn verkoop op afstand, voert Frankrijk in dezelfde wet nog enkele andere wijzigingen in, die de online ondernemer kunnen aanbelangen:
De wettelijke garantie op consumptiegoederen wordt aangepast, waardoor de consument gedurende de volledige duur van de tweejarige garantie het voordeel heeft van het vermoeden dat elk gebrek eigen is aan het product. Tot op heden was dit, net als bij ons, slechts gedurende de eerste zes maanden het geval. Daarna kwam het aan de consument toe om te bewijzen dat hij het goed correct gebruikt had. De garantieplicht voor verkopers wordt hiermee dus verzwaard. Zij moeten immers bewijzen dat de consument het goed verkeerd gebruikte alvorens ze garantie kunnen weigeren.
Nederland
Ook in Nederland werden de spelregels aangepast. Ze treden er in werking vanaf 30 juni 2014.
Specifiek voor Nederland zijn volgende punten:
Ook hier wordt de richtlijn vrij strikt omgezet, wat er o.m. toe leidt dat de bedenktermijn naar 14 dagen gaat, de consument dezelfde bijkomende inforechten krijgt, de modelformulieren ingepast worden in de wet, verbod op vooraf aangevinkte keuzevakjes…
Let op: het typisch Nederlandse recht om achteraf te betalen blijft bestaan. Vroeger moest de verkoper enkel bij achteraf betalen zijn identiteit vooraf bekend maken, maar vanaf nu moet dat altijd.
Let voor Nederland ook op het feit dat ook hier de wettelijke garantieplicht nét iets anders geregeld is: er geldt géén beperking tot twee jaar, maar tot de “redelijke levensduur van het product” en de consument heeft niet de vrije keuze tussen vervangen of herstellen of terugbetalen. De verkoper kiest tussen vervangen en herstellen en enkel als vervangen of herstellen onmogelijk is, moet er terugbetaald worden.
Nog interessant voor Nederland: de cookiewetgeving, die veruit de strengste in Europa is, wordt normaal binnenkort afgezwakt. Een wetsontwerp daarvoor ligt al sinds vorige zomer klaar en een en ander zou binnenkort in een stroomversnelling moeten komen met als resultaat dat toestemming niet meer nodige is voor bepaalde functionele cookies als Google Aanalytics en dat een opt-in ook stilzwijgend kan afgeleid worden uit het verdere bezoek van de website.
Bijkomende info:
(1) Link: staatsblad bijlage met modelformulier:
http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2013122123&table_name=wet
LINK: http://www.internet-observatory.be/internet_observatory/law/Electronic_commerce/law_electronic_commerce_nl.htm ( diverse regelinfo rond e-commerce)
LINK: http://economie.fgov.be/nl/fod/codificatie_economische_wetgeving/#.Uy26eBYQJU4 ( pdf met wetboek economisch recht)
————————————————————–English summery—————————————-—————————————-
(°)New Commercial Code in Belgium important for E-commerce
On 30 December 2013, a Law of 21 December 2013 to insert in the new Commercial Code Book VI entitled “Market practices and consumer protection” and to add the definitions and enforcement provisions that are specific to Book VI in Books I and XV of the new Commercial Code ( the Bill) was published in the Belgian Official Journal . Book VI contains a number of new elements when compared to the current Law of 6 April 2010 on Market Practices and Consumer Protection (Wet van 6 april 2010 betreffende Marktpraktijken en Consumentenbescherming/ Loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur) As with the other Books, the date of entry into force of Book VI is to be determined by Royal Decree. Some notable changes were made. These changes are in many cases the result of the implementation in Belgian law of Directive 2011/83/EU of 25 October 2011 on consumer rights (“Directive 2011/83/EU”), which has to be implemented in national law by 13 December 2013 and should be applied from 13 June 2014.
Contrary to what its name suggests, Directive 2011/83/EU does not harmonise the entire body of European legislation on consumer protection. Instead, it focuses on particular issues such as distance selling and off-premise contracts. Distance contracts (Articles VI.45 and following of the Bill)
The Bill introduces a new set of rules concerning distance contracts between companies and consumers. However, these new rules do not apply to distance contracts involving financial services and, as a result, do not affect the current rules governing this type of distance contracts.
Important for E-commerce and E-shop
Information requirements
Article VI.45 of the Bill lists the information which companies should communicate to consumers when entering into a distance contract. However, this information can be tailored to the circumstances, taking into account the medium through which the distance contract is concluded. Depending on the medium used, it may suffice to provide the consumer with minimum information, provided the consumer has access to all other information through another medium, e.g., a website. Similarly, it is not necessary to provide all information if the agreement is concluded via text message.
The Bill requires companies to inform the consumer of any form of deposit which the consumer is required to put up, including the blocking of a fixed sum on credit and debit cards. If the sale is concluded through a website and the company requires direct payment, the company should inform the consumer explicitly and unambiguously that the conclusion of the sale entails a direct payment obligation. Further, the Bill allows the government to adopt a Royal Decree requiring specific agreements concluded over the phone to be confirmed by the consumer in writing or through any other durable medium.
Right of withdrawal
The consumer continues to have a right of withdrawal, which should be exercised within a period of 14 days after the date of (i) conclusion of the agreement in case of service agreements; and (ii) delivery of the last delivered good in case of sales of goods agreements. Should the company have failed to inform the consumer of this withdrawal right, the withdrawal period will be extended by an additional 12 months. However, should the company proceed to inform the consumer of his right of withdrawal within this 1 year-period, a definitive withdrawal period of 14 days will start.
Moreover, a standard form should be given to the consumer in order to allow him to exercise his right of withdrawal. The use of this standard form is not mandatory for the consumer. Should he decide not to use the standard form, the consumer will have to prove that he exercised his right of withdrawal in a valid manner. If a company allows consumers to exercise their right of withdrawal through an online standard form, it is obliged to send a receipt confirmation to these consumers by durable medium (e.g., by e-mail).
If the consumer exercises his right of withdrawal, the company should reimburse all costs borne by the consumer. This reimbursement should be made within 14 days after the date on which the company was informed by the consumer of his decision to exercise his right of withdrawal. In the case of sales of goods, the reimbursement period will start on different dates depending on the terms for returning the goods.
As regards services, the Bill allows consumers to request the company to start providing the service during the 14-day withdrawal period. Contrary to the Law on Unfair Market Practices, the Bill provides that the consumer maintains his right of withdrawal in that case. However, should the consumer exercise his right, he will be liable to pay a pro rata compensation for the services already supplied.
Philippe Decrock March 2014
ITALIE HEEFT WETTELIJK KADER VOOR INNOVATIEVE START-UPS
Nieuw wettelijk kader in Italië om innovatieve start-ups te ondersteunen
Op 18 oktober 2012, werd het Italiaanse decreet n°. 179 betreffende “Verdere dringende maatregelen voor de economische groei van Italië“, algemeen bekend als “Decreto Crescita bis”, geïntroduceerd met een uitgebreid nieuw kader voor de regulering van innovatieve start-ups. Op 13 december 2012, werd he decreet n° 179 gewijzigd door het Parlement en vervolgens omgezet in een wet (de Start-Up verordening) De Start-Up verordening voorziet in een nieuwe set regels die de oprichting en ontwikkeling van innovatieve starters (startende innovatieve bedrijven)moet bevorderen met het oog op het stimuleren van innovatie en de versterking van het concurrentievermogen van de ondernemingen. Deze nota bespreekt de belangrijkste bepalingen, kenmerken en voordelen van de innovatieve start-ups zoals ingevoerd door de Start-Up verordening in Italië. Dit voorbeeld zou inspirerend moeten werken voor initiatieven in België waar innovatieve Start-ups ook een steuntje in de rug verdienen.
————
On October 18, 2012, Italian Law Decree no. 179 on “Further urgent measures for Italy’s economic growth”, commonly known as “Decreto Crescita bis”, introduced a comprehensive new framework regulating innovative start-ups. On December 13, 2012, the Law Decree no. 179 was modified by the Parliament and subsequently converted into law (the Start-Up Regulation). The Start-Up Regulation provides a new set of rules promoting the creation and development of innovative start-ups (start-up innovative) with a view to encouraging innovation and strengthening of enterprises’ competitiveness.
This note discusses the key provisions, features and advantages of the innovative start-ups as introduced by the Start-Up Regulation in Italy. This example could help to find new inspiration in Belgium to support new innovative startups.
—————
INLEIDING –Introduction
De Start-Up verordening voorziet in een nieuwe systematische aanpak voor het reglementeren van innovatieve startende bedrijven . Het nieuwe wettelijke kader is gericht op alle spelers die actief zijn in dit domein en is opgenomen in een uitgebreide wettekst gericht op alle fasen van de levenscyclus van een start-up .
Het creëren van stimuli die gericht zijn op het wegnemen van belemmeringen en kosten voor startende bedrijven en incubators worden beschouwd als de sleutel voor het stimuleren van de arbeidsmarkt en de Italiaanse economie in het algemeen . De Start-Up verordening heeft daarom een aantal uitzonderingen ingevoerd op de algemene beginselen van het recht dat van toepassing is op bedrijven , te weten :
( i ) de vermindering van de starters-oprichtingskosten ,
( ii ) de mogelijkheid van het verstrekken van werk tegen aandelen-( participatie van werknemers) als vermogensinstrument om bestuurders, medewerkers en consultants te vergoeden , en de invoering van belangrijke fiscale stimulansen bij de onderschrijving van dergelijke instrumenten en
( iii ) het faciliteren van het aanwerven vaste medewerkers , wat afwijkt van het algemene arbeidsrecht en dus de kosten van arbeid vermindert . Daarnaast beschrijft de verordening voor Start-Ups een belangrijke reeks van regels die gericht zijn op het stimuleren van investeringen in dergelijke bedrijven en dit om hun ontwikkeling verder mogelijk te maken.
Inderdaad , de nieuwe regels laten aandelen voor een beursintroductie toe voor innovatieve start-ups, opgericht onder de vorm van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid ( volgens de Italiaanse wet was dit anders verboden ) en geven fiscale stimuli speciaal ingevoerd voor zowel natuurlijke personen als rechtspersonen die dergelijke aanbod onderschrijven. Deze nieuwe regelgeving is bedoeld om een nieuw segment van durfkapitaal in de Italiaanse markt aan te spreken, volledig toegewijd om innovatieve bedrijven te creëren .
Bovendien, voorziet de Start-up Verordening ook in uitzonderingen op de wettelijke bepalingen rond het faillissement.
“Het nieuwe juridische kader goedgekeurd door de Italiaanse regering stimuleert innovatieve start-ups aan de hand van een aantal juridische, fiscale, arbeids- en corporate incentives.”
Vereisten om als innovatieve Start-Ups of gecertificeerde incubator gekwalificeerd te worden:
Definitie van Innovative Start-Ups; de Start-Up verordening definieert ” innovatieve start – ups ” als de private zogenaamde kapitaal vennootschap –Società di capitali -als naar Italiaans recht , of de particuliere Societas Europaea gevestigd in Italië , die niet zijn opgelijst en die aan alle volgende eisen voldoen :
• de aandeelhouders , die individuen zijn en geen rechtspersonen , zullen op datum van oprichting en voor de volgende 24 maanden het merendeel van de aandelen en de meerderheid van de stemrechten hebben van de gewone aandeelhoudersvergadering;
• de vennootschap is opgericht en is actief sinds een periode van niet langer dan 48 maanden ;
• vanaf het tweede jaar van de activiteit , mag de totale waarde van de jaarlijkse omzet niet meer dan € 5.000.000 bedragen;
• het bedrijf zal geen winst uitkeren ;
• Het bedrijf is niet het gevolg van een fusie , splitsing of overdracht van een going concern ;en
• de exclusieve of bestaande bedrijfsdoelstelling van het bedrijf is de ontwikkeling en commercialisering van innovatieve producten of diensten met een hoge technologische waarde . Hoewel er geen wettelijke definitie van ” producten of diensten met een hoge technologische waarde ” , bepaalt de Start-Up verordening dat een start-up wordt beschouwd als innovatief wanneer het voldoet aan ten minste een van de volgende eisen :
• onderzoeks-en ontwikkelingskosten zijn gelijk of meer dan 20 procent van de hoegrootheid van het bedrijf haar totale kosten en de totale waarde van de productie;
• ten minste een derde van de werknemers bestaat uit mensen die een PHD-diploma hebben of promovendi zijn bij een Italiaanse of buitenlandse universiteit of onderzoek gedurende ten minste drie jaar uitgevoerd hebben , en
• de Startup bezit , of is de licentiehouder van , of heeft een aanvraag ingediend voor de registratie van industriële eigendomsrechten met betrekking tot de zakelijke activiteiten van het bedrijf . De Start-Up verordening introduceert ook de sub – categorie van de innovatieve start – up met sociaal oogmerk (startup innovative a vocazione sociale) . Deze bijzondere vorm van start-up verschilt van de gewone innovatieve start – up , omdat de activiteit van de onderneming uitsluitend wordt uitgevoerd in de sectoren die onder het decreet n°. 155/20064 (*) vallen. De innovatieve start – up voor sociale doeleinden wordt een gunstiger fiscale regeling toebedeeld .
(*)De sectoren vervat onder no. 155/2006 zijn: sociale hulp, gezondheidszorg, onderwijs, opleiding en training, milieu- en ecosysteembescherming, promotie van cultureel erfgoed, sociaal toerisme, universitair en postuniversitair onderwijs , onderzoek, buitenschoolse opleidingen, operationele diensten van sociale bedrijven.
Definitie van gecertificeerde Incubator
De Start-Up verordening definieert “gecertificeerd incubators van innoverende ondernemingen ” ( incubatore Certificato di imprese innovative ) als de private zogenaamde kapitaalvennootschap( Società di capitali) naar Italiaans recht , of de particuliere Societas Europaea gevestigd in Italië , die diensten verlenen en steun geven aan de oprichting en ontwikkeling van innovatieve start-ups. In het bijzonder moet een gecertificeerde incubator aan de volgende eisen voldoen :
•aanwezigheid van voorzieningen , waaronder onroerend goed , voldoende om innovatieve start-ups accommodatie te geven, zoals ruimtes gereserveerd om apparatuur te installeren voor tests , analyse en onderzoek ;
• aanwezigheid van adequate apparatuur voor de activiteit uitgevoerd door innovatieve start-ups , zoals breedband toegang tot internet , vergaderzalen , het testen van apparatuur , samplers of prototypes ;
• management of beheer door professionals met erkende bekwaamheid en de beschikbaarheid van een continue structuur die voor de lopende technische en management consulting zorgt ;
• langdurige relaties met universiteiten , onderzoekscentra , overheidsinstellingen en financiële partners die activiteiten en projecten met betrekking tot innovatieve start – ups uitvoeren , en
• adequate en aantoonbare ervaring in het ondersteunen van innovatieve startende bedrijven , en dit overeenkomstig de gedetailleerde criteria die door de Start-Up verordening is voorzien.
Registratieverplichtingen en timing voor Start-ups
Innovatieve start -ups die aan alle bovenstaande eisen voldoen moeten zich registreren bij een speciale afdeling van het desbetreffende vennootschappenregister en dit waar de statutaire zetel van de start -up zich bevindt . Bedrijven die reeds vóór 19 december 2012 opgenomen werden en die voldoen aan de eisen die hierboven uiteengezet worden , kunnen als innovatieve start-ups gekwalificeerd worden door het indienen van een beëdigde verklaring bij de desbetreffende vennootschappenregister binnen de 60 dagen vanaf 19 december 2012 , en waaruit blijkt dat het bedrijf voldoet aan alle de toepasselijke eisen. De duur van de bekomen rechten door de registratie als een innovatieve start – up is afhankelijk van het jaar waarin het bedrijf is opgenomen .
Gecertificeerde Incubators
Om een gecertificeerde incubator te worden, moet elke onderneming die aan de hierboven genoemde vereisten voldoet, moet zich registreren in een speciale afdeling van de betrokken vennootschappen Register. Ook in dit geval , zal de wettelijke vertegenwoordiger van de gecertificeerde incubator een beëdigde verklaring ( affidavit) van het desbetreffende bedrijf moeten indienen waaruit blijkt dat het bedrijf voldoet aan alle toepasselijke eisen.
De voordelen
Een bedrijf geregistreerd als een innovatieve start – up profiteert van de volgende voordelen:
• Vrijstelling van opstartkosten: vanaf de datum waarop de innovatieve start -up en de gecertificeerde incubator in het desbetreffende gedeelte van het vennootschapsregister zijn ingeschreven , zijn de volgende betalingsvrijstellingen van toepassing :
( i ) het zegelrecht ( imposta di Bollo ),
(ii ) de administratiekosten ( diritti di segreteria )en
( iii ) de jaarlijkse vergoeding voor de registratie bij de desbetreffende Kamer van Koophandel ( diritto annuale ) .
• vrijstelling op enkele algemene provisies uit de vennootschapswetgeving:
– Uitstel van herkapitalisatie verplichtingen : in het geval van verliezen , zullen innovatieve start – ups een langere periode hebben om te herkapitaliseren . Met name de innovatieve start – ups hebben een verlenging van nog eens 12 maanden:
• mogelijkheid om verliezen over te dragen ( rinvio een nuovo delle perdite ) en om deze te verminderen tot minder dan een derde van het kapitaal , indien de verliezen hoger zijn dan een derde van het kapitaal;
• te beslissen , door vergadering van aandeelhouders, om het maatschappelijk kapitaal te herkapitaliseren tot de wettelijke minimum of liquidatie van de onderneming , in het geval de verliezen het maatschappelijk kapitaal onder het wettelijk minimum hebben teruggebracht .
– Speciale categorieën van aandelen voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid : de statuten van een naamloze vennootschap ( Società responsabilità limitata ) kan voorzien in bijzondere categorieën van aandelen voor de aandeelhouders met bijzondere rechten . In het bijzonder kunnen de statuten voorzien ( i ) dat de rechten worden toegekend aan de aandeelhouders op een niet – proportionele basis en ( ii ) dat aandeelhouders bijzondere administratieve of dividendrechten toebedeeld worden . Bovendien kunnen de statuten voorzien in categorieën van aandelen met aangepaste stemrecht (bijv. voorwaardelijk, beperkt tot bepaalde zaken , vetorechten , enz. ) .
–Publiek aanbod van aandelen: als een uitzondering op het wettelijk verbod uit hoofde van het Italiaanse Burgerlijk Wetboek , kunnen aandelen van innovatieve start-ups opgericht als vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Società responsabilità limitata) aan het publiek worden aangeboden door middel van een openbaar aanbod van financiële producten (offerta al pubblico di prodotti finanziari ) . Dergelijke openbare aanbieding kan ook worden gedaan via crowdfunding portals zoals hieronder beschreven.
– Uitzonderingen op de Start-Up verordening voor lege en slapende vennootschappen : het bedrag van de investering hoeft niet noodzakelijkerwijs te worden gekoppeld aan een bepaalde omzet , zoals vereist door de bepalingen die lege, slapende en sluimerende vennootschappen regelen.
– Transacties op kapitaalaandelen: als een uitzondering op het wettelijk verbod voorzien in het Italiaanse Burgerlijk Wetboek , kunnen de innovatieve start – ups opgericht als vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid ( Società responsabilità limitata ) transacties verrichten op hun kapitaalaandelen indien dergelijke transacties gericht zijn op uitvoering van incentive plannen die voorzien in de toewijzing van aandelen aan werknemers, consultants , bestuurders of aanbieders van werk of externe diensten ( aandelenopties en work-for -equity structuren ).
– Werk – voor – aandelen instrumenten ( strumenti finanziari partecipativi ) : innovatieve start – ups en gecertificeerde incubators kunnen beslissen om hun bestuurders, werknemers of adviseurs te vergoeden , met work- for-equity ( participatie) instrumenten waarmee de begunstigden opties, aandelen, of andere verkregen voordelen in het bedrijf kunnen verwerven. Dergelijke instrumenten geven recht op een gunstige fiscale behandeling voor de houders : de aandelen , stemrecht of andere belangen verleend in verband met deze stimuleringsregelingen komen niet in aanmerking bij het bepalen van de belastbare inkomsten van de begunstigde.
–Crowdfunding : Innovatieve starters kunnen kapitaal aantrekken met behulp van crowdfunding online portals via een vereenvoudigde procedure met vrijstelling van de regels rond het openbaar aanbod . Het toezicht op de crowdfunding activiteit zal worden uitgevoerd door de Consob ( de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het reguleren van de Italiaanse effectenmarkt) worden uitgevoerd. De belangrijkste kenmerken van het crowdfunding -systeem zijn de volgende:
– rechtspersonen die in aanmerking komen om Crowdfunding Portals te beheren : beleggingsmaatschappijen , banken gemachtigd in beleggingsdiensten , of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid in een speciaal register geregistreerd en bijgehouden door Consob , deze moeten alle orders met betrekking tot de acceptatie en verkoop van financiële instrumenten die het kapitaal vertegenwoordigen, uitsluitend overmaken aan banken en privé-bedrijven.
– Richtlijnen voor de beursgang via Crowdfunding Portals : de beursgang exclusief via crowdfunding portals moet als enig doel hebben het overnemen van financiële instrumenten uitgegeven door innovatieve start -ups voor een totale investering die minder dan € 5 miljoen mag bedragen . De details van de crowdfunding systeem zal worden uiteengezet in een specifieke regeling van Consob , die binnen 90 dagen moeten worden vastgesteld vanaf 19 december 2012 . De Start-Up verordening vereist dat de door Consob opgezette regels rekening moeten houden met het volgende : ( i ) indien de aanbieding niet uitsluitend is voorbehouden aan professionele beleggers of aan bepaalde categorieën van beleggers , dan moet op zijn minst een deel van de financiële instrumenten wordt onderschreven door zulke professionele beleggers en ( ii) niet- professionele beleggers moeten worden beschermd in het geval de aandelen van de controlerende aandeelhouders van de innovatieve start – ups na het aanbod worden overgedragen aan derden.
• Gemakkelijker toegang tot financiering : innovatieve start – ups en gecertificeerde incubators hebben gratis toegang tot de diensten van het Centraal Fonds van Garantie voor Kleine en Middelgrote Ondernemingen ( Fondo centrale di garanzia per le piccole e medie imprese ) en dit met een vereenvoudigde procedure, dat door het ministerie van Financiën en het Ministerie van Economische Ontwikkeling binnen 60 dagen, na 19 december 2012 zal worden uitgevoerd.
• Uitzonderingen op gewone insolventieprocedures : in geval van een faillissement van de innovatieve start – up , zijn de gewone pre – faillissement en insolventieprocedures niet van toepassing . De Start-Up verordening kiest voor een “nieuwe start” benadering door te bepalen dat innovatieve start -ups enkel onderworpen zijn aan de zogenaamde ” schuldenlast procedures ” . Op grond van deze procedures , zal de ondernemer een snelle oplossing hebben om de activa van de innovatieve start – up te liquideren en andere activiteiten te starten en zo de schade te beperken aan de eigen reputatie die kan voortvloeien uit de toepassing van de gewone insolventieprocedure.
• Bijzondere Bepalingen van het arbeidsrecht : innovatieve start – ups kunnen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aangaan met duurtijd van zes tot 36 maanden , met dezelfde bescherming als voor elke andere geval waarin de duur zes maanden mag zijn , naar Italiaans recht . Als uitzondering op deze wettelijke bepalingen , zijn innovatieve start -ups niet verplicht om enige rechtvaardiging ( causale ) aan te tonen voor het aangaan van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Binnen de 36 maanden , kunnen deze overeenkomsten ook worden verlengd voor meer dan één keer. Na de periode van 36 maanden , kunnen de overeenkomsten nog een keer voor een periode van niet langer dan 12 maanden worden verlengd . De voortzetting van de vaste – termijn overeenkomst buiten hun maximale duur of de voortzetting van de werkrelatie met elke andere vorm van termijnbepaling die niet heeft voldaan aan de vereisten van een overeenkomst voor de levering van werkzaamheden of diensten ( contratto per la prestazione d’ opera o professionale ) worden omgezet in arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd. De verloningsstructuur van een werknemer met contract van bepaalde duur van een innovatieve start -up moet een vaste component en een variabele component bevatten . Ten aanzien van de vaste component mag het bedrag niet lager zijn dan deze uiteengezet door de toepasselijke minima van de collectieve arbeidsovereenkomsten. De variabele component moet worden gekoppeld aan de prestaties en de winstgevendheid van het bedrijf , de productiviteit van de werknemer of het personeel, of andere prestatieparameters of doelstellingen overeengekomen tussen de partijen , met inbegrip van toekenning van aandelenopties voor de aankoop van aandelen van de vennootschap .
•Fiscale stimuli: de Start-Up Verordening introduceert fiscale stimuli voor zakelijke en particuliere investeringen in innovatieve start -ups voor de jaren 2013 , 2014 en 2015 . In het bijzonder , ( i ) in de personenbelasting van belastingplichtigen die direct of indirect te investeren in innovatieve start-ups via collectieve beleggingsinstellingen ( organismi di Investimento Collettivo ) die gespecialiseerd zijn in investeringen in innovatieve start -ups , kunnen zij profiteren van een belastingkrediet ( detrazione ) gelijk aan 19 procent van het geïnvesteerde tot een maximum van € 500.000 en ( ii )in de vennootschapsbelasting van de belastingplichtige die direct of indirect beleggen via beleggingsfondsen ( organismi di Investimento Collettivo ) of andere bedrijven , die gespecialiseerd zijn in investeringen in innovatieve start -ups , kunnen baat hebben bij een belastingvermindering ( deduzione ) gelijk aan 20 procent van het kapitaal dat in het aandelenkapitaal van de innovatieve start ups geïnvesteerd wordt , tot een maximum van € 1.800.000 . De fiscale stimuli worden toegekend op voorwaarde dat de belegger een bedrag aanhoudt dat ten minste gelijk is aan de fiscale stimulans in het innovatieve start -up gedurende ten minste twee jaar . Fiscale stimuli zijn groter als de investering betrekking heeft op start-ups met een maatschappelijk doel of activiteit in de energiesector . Bovendien kunnen , innovatieve start – ups en gecertificeerd incubators, onder bepaalde voorwaarden van de Start-Up verordening, profiteren van een belastingsvermindering gelijk aan 35 procent van de kosten voor het inhuren van hooggekwalificeerd personeel met arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd , tot een maximum van € 200.000.
PHD-Consulting-jan. 2014
REFERENTIE
Publication of the Start-Up Regulation on the Italian Official Gazette (Gazzetta Ufficiale) occurred on December 18, 2012. The Start-Up Regulation entered into force on December 19, 2012.
EENHEIDSSTATUUT BENT U ER KLAAR VOOR ?
De gelijkschakeling tussen de statuten van arbeiders en bedienden zorgt voor een kleine revolutie in ons land en heeft een niet te onderschatten impact op ons arbeidsrecht.Zijn de arbeidsovereenkomsten en arbeidsreglementen in uw bedrijf al aangepast aan deze veranderingen?
Enkele bemerkingen & aanbevelingen:
1. Geven uw arbeidsovereenkomsten nog de ‘oude’ regels over de opzeggingstermijnen weer?
Als dit zo is, las de nieuwe regels dan in bij het afsluiten van nieuwe arbeidsovereenkomsten. De bestaande arbeidsovereenkomsten moeten niet onmiddellijk in de tekst zelf van de bepalingen aangepast worden. De nieuwe regeling zal wettelijk van toepassing zijn.
Tip: indien u duidelijkheid wenst voor zowel uzelf als uw werknemer, kan u best uw bestaande arbeidsovereenkomsten wijzigen met een eenvoudige bijlage toe te voegen.
2. Wat staat er in uw arbeidsreglement over de opzeggingstermijnen?
De wet verplicht ondernemingen om in hun arbeidsreglement de regels en de duur van de opzeggingstermijnen op te nemen. Veel bedrijven nemen dan ook letterlijk de wettelijke regeling over in het arbeidsreglement. Bij elke nieuwe wettelijke regeling dient men dan het arbeidsreglement te wijzigen. Voor de bepalingen over de opzeggingstermijnen kan dit volgens de eenvoudige procedure tot wijziging van het arbeidsreglement. U kan een bijlage bijvoegen met de vernieuwde bepalingen zoals de nieuwe wet voorziet( zie PHD-Consulting)
3. Gebruik de strengere regels ivm arbeidsongeschiktheid
Als tegengewicht voor de afschaffing van de carensdag, heeft de wetgever de mogelijkheid voorzien voor werkgevers om strenger te controleren bij ziekte. U mag van uw werknemer eisen dat hij of zij gedurende enkele uren onafgebroken per dag thuis aanwezig blijft om een controle door de arbeidsgeneesheer mogelijk te maken, zelfs indien uw werknemer van de huisarts het huis mag verlaten.
Tip: indien er hierover geen CAO bestaat in uw sector ( hou de nieuwe cao’s van uw sector in het oog), kan u deze verplichting invoeren via het arbeidsreglement.
4. Bereken nu al de opzeggingstermijn die verschuldigd is op 31 december 2013 voor uw huidige medewerkers
In het nieuwe systeem zal de opzeggingstermijn voor werknemers in dienst vóór 1 januari 2014, in twee fases worden berekend. – De eerste fase bepaalt de opzeggingstermijn alsof de werknemer uit dienst is gegaan op 31 december 2013. Die termijn krijgt de werknemer als een soort ‘rugzak’ mee. – De tweede fase bepaalt de opzeggingstermijn op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk een einde neemt, rekening houdend met de anciënniteit vanaf 1 januari 2014. De optelsom van beiden geldt als volledige opzeggingstermijn.
Tip: bepaal nu reeds de opzeggingstermijnen van alle werknemers alsof zij uit dienst zouden gaan op 31 december 2013. Dit zal u later heel wat werk en tijd besparen.( neem contact met uw sociaal secretariaat) Wanneer bijvoorbeeld op 29 november 2020 de arbeidsovereenkomst van een werknemer wordt verbroken, zal uw personeelsdienst niet meer moeten nagaan wat het loon van de betrokken werknemer was op 31 december 2013.